Hoe belangrijk is het begrip “papieren afzender’’?

2024 is al enige tijd ‘onderweg’. Het is wellicht de drukte van alledag, of misschien worden zaken overschaduwd door een dreigende energieafrekening of andere stijgende kosten: het lijkt wel of veel goede voornemens die we allemaal -zowel particulier als bedrijf- hebben gemaakt langzaam naar de achtergrond verdwijnen.

 

In het kader van het verzenden van gevaarlijke stoffen en/of goederen lijkt dat niet anders: uiteraard zal elk zichzelf respecterende verzender altijd proberen de wetgeving tot op de letter op te volgen. Voor de verzenders die daar wellicht niet helemaal zeker van waren: dit jaar ‘gaan we het echt helemaal goed doen’…

Een dergelijk voornemen is uiteraard prijzenswaardig: elke stap is er één naar nog meer veiligheid…

 

Vanuit de Vereniging voor Veiligheidsadviseurs (VVA) merken we echter dat veel verzenders –alle goede voornemens ten spijt- er moeite mee hebben de constant veranderende voorschriften in het bedrijf te implementeren. Zelfs de meest doorgewinterde specialisten komen vaak tijd te kort om hun ‘achterban’ mee te nemen in de veranderingen.

 

Sterker nog: bij de VVA merken we dat bedrijven het risico lopen dat wanneer zij niet regelmatig worden ‘opgefrist’, zaken die al jaren hetzelfde zijn, over het hoofd zien wanneer de wetgeving wijzigt.

Bijvoorbeeld, de verplichting die er is om te beschikken over een veiligheidsadviseur.

 

Het ADR stelt:

‘’Elke onderneming waarvan de bedrijvigheid de verzending of het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, of het daarmee samenhangende verpakken, beladen, vullen of lossen omvat, moet een of meer Veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen, benoemen, die ermee zijn belast te helpen bij de preventie van de aan dit soort activiteiten verbonden gevaren voor de veiligheid van personen, bezittingen en het milieu.’’

 

Deze verplichting is sinds 2000 opgenomen in het ADR en dan met name voor die ondernemingen die activiteiten uitoefenen die direct verband houden met het vervoer van gevaarlijke stoffen en/of de werkzaamheden die daarmee gepaard gaan. Dat wil zeggen: ondernemingen die dergelijke activiteiten hadden uitbesteed (de zogenaamde ‘papieren afzenders’) vielen hier buiten.

Deze uitzonderingsregel is sinds 2018 in het ADR opgenomen als overgangsbepaling (1.6.1.44; ADR 2021/2022).

Veel bedrijven, c.q. verzenders van gevaarlijke stoffen en soms ook doorgewinterde veiligheidsadviseurs, realiseren zich soms niet dat die overgangsbepaling per 31 december 2022 is komen te vervallen. Dat betekent dat ondernemingen die zich bezighouden met het verzenden van gevaarlijke stoffen en/of –goederen vanaf eerdergenoemde datum een veiligheidsadviseur moeten benoemen of er anderzijds over moeten beschikken.

 

Hoewel de VVA er alles aan doet om haar leden op het hart te drukken dat men wijzigingen ter harte moet nemen, blijkt dat er ook verscheidene ondernemingen zijn die van goede wil zijn maar niet over de juiste (lees: courante-) informatie beschikken.

Dan gaat het niet over het risico op bestuurlijke boetes, maar over veiligheid. Er zullen weinig ondernemingen zijn die een bewuste keuze maken om veiligheid als een sluitpost te beschouwen. Het bijhouden van kennis en veranderingen in wetgeving en inzichten vergt echter een inspanning waarvoor bewust moet worden gekozen. Immers: veiligheid is een zaak van ons allemaal. Gelukkig merken we bij de VVA dat steeds meer veiligheidsadviseurs ervoor kiezen om voortijdig geïnformeerd te zijn: een veilig gevoel…